Sterk, knap en met flinke wangen? Dat kan alleen maar over een boxer gaan. Hoewel boxers in eerste instantie een beetje intimiderend kunnen overkomen, blijken het speelse, aanhankelijke en enthousiaste honden te zijn als je ze wat beter leert kennen.
Lees verder om meer te weten te komen over dit populaire ras, met feiten, informatie over hun indrukwekkende geschiedenis als jacht- en werkhonden en hun onverzadigbare behoefte aan knuffels. Daarna kun je beslissen of je denkt dat een boxer voor jou een geschikte hond is.
Kenmerken van het ras
- Oorsprong: Duitsland
- Grootte: middelgroot
- Levensverwachting: 10-12 jaar
- Energieniveau: hoog
- Rasgroep: werkhonden
Uiterlijk
Alle boxers hebben een kortharige vacht, een sterk, gespierd lichaam en vierkante kaken.
Het zijn kortsnuitige honden, wat betekent dat ze een brede, korte schedel hebben en flinke spieren. Ook hebben ze een onderbeet, wat in combinatie met hun flinke hangwangen grappige plaatjes kan opleveren als ze bijvoorbeeld met hun kop uit het autoraam hangen.
De vacht kan verschillende kleuren hebben, waaronder reebruin of getijgerd (allebei soms met witte markeringen). Sommige boxers zijn helemaal wit. Witte boxers zijn geen albino’s en ze komen best vaak voor. Met uitzondering van de witte exemplaren heeft een boxer vaak een in toon variërende tekening rond de ogen en de bek, ook wel ‘zwart masker’ genoemd.
Een ander interessant weetje is dat boxers een special gen missen dat zorgt voor een volledig zwarte vacht. Je zult dus nooit een boxer vinden die helemaal zwart is.
De kortharige vacht van de boxer heeft niet veel verzorging nodig. De honden hoeven niet vaak geborsteld te worden en meestal is het voldoende om ze eens in de zoveel maanden een bad te geven of flink af te drogen met een handdoek als ze vuil zijn geworden.
Karakter van de boxer
Boxers zijn trouw, aanhankelijk, zitten boordevol energie en hebben veel aandacht nodig. Ook zijn ze intelligent, waardoor ze soms een beetje tegendraads kunnen zijn. Maar met een goede opvoeding zal de hond zich goed gedragen. Ondanks hun soms intimiderende voorkomen zijn boxers niet agressief of vals.
Boxers zijn erg gericht op hun dierbaren, wat ze tot goede waakhonden maakt. Bij een boxer kun je er altijd op rekenen dat je meteen weet wanneer er iets aan de hand is. Omdat ze echter ook de neiging hebben iedereen leuk te vinden, moeten ze wel getraind worden als je ze als waakhond wilt inzetten.
De ideale omgeving voor een boxer
Boxers zijn over het algemeen gemakkelijke honden. Ze zijn het gelukkigst als ze maar bij jou in de buurt zijn (en als ze aandacht krijgen) en vinden het niet erg om binnen te blijven. Natuurlijk moet je ze wel dagelijks uitlaten en regelmatig met ze spelen om ze gelukkig en uitgedaagd te houden.
Als je een gezin hebt, zul je merken dat een goed opgevoede boxer enorm veel geduld met kinderen heeft. Wel moet je opletten dat je jouw boxer niet alleen laat als er andere huisdieren in de buurt zijn. Omdat boxers oorspronkelijk zijn getraind om wild te vangen, kan er wel eens wat van dat oude instinct opduiken waardoor ze achter de kat van de buren of andere nietsvermoedende dieren aangaan. Zorg dus dat je een stevige omheining hebt waar ze niet uit kunnen ontsnappen.
Vanwege hun kortharige vacht is het belangrijk je boxer tegen de kou te beschermen en moet je hem niet te lang buiten in de kou laten. De meeste boxers kunnen goed tegen hitte, al kan het bij witte boxers nodig zijn ze in te smeren met zonnebrandcrème. Inderdaad ja, zonnebrandcrème voor honden bestaat echt!
Het ideale baasje voor een boxer
Het ideale baasje voor een boxer heeft genoeg tijd voor dagelijkse wandelingen en speelsessies. Een verveelde boxer zal gaan bijten, likken en graven, dus als je langer van huis bent dan hij of zij leuk vindt, is het een goed idee om een oppas te regelen die langskomt om te spelen.
In een ideale wereld werkt het baasje van een boxer parttime of vanuit huis, zodat hij of zij zoveel mogelijk voor de hond kan zorgen en een goede band met het dier kan opbouwen.
Als baasje van een boxer zul je regelmatig vragen krijgen van mensen die zich geïntimideerd voelen door het imposante voorkomen van de hond. Ook kan het in bepaalde situaties nodig zijn de hond kort te houden en extra goed op te letten.
Opvoeding en socialisatie van boxers
Het is vrij gemakkelijk een boxer op te voeden. Door hun slimme karakter zijn ze minder gevoelig voor straffen, dus positieve bekrachtiging werkt het best. Snacks, beloningen en clickertraining zijn goede manieren om een boxer te trainen.
Iets waar je wel op moet letten is dat sommige boxers problemen kunnen hebben met andere honden, vooral grotere honden van hetzelfde geslacht. Leer ze dus goed aan te lijn te lopen en houd ze in de gaten als jullie buiten zijn. Net als bij alle problemen tussen honden onderling kom je een heel eind met socialisatie op jonge leeftijd om ongewenst grommen, blaffen en vechten te voorkomen.
Gezondheid
Net als andere hondenrassen zijn boxers gevoelig voor specifieke aandoeningen. Bij een boxer zijn dit problemen met de schildklier, heupdysplasie, hartziekten als aortastenose en cardiomyopathie, epilepsie, darmproblemen en allergieën.
Degeneratieve myelopathie is een ongeneeslijke aandoening van de wervelkolom en komt relatief vaak voor bij boxerpups. De meeste overlijden voordat ze zeven weken oud zijn. Het is dus belangrijk je pup te kopen bij een gerenommeerde fokker die goed op de hoogte is van de aangeboren aandoeningen bij dit ras.
Huidkanker is een veel voorkomend probleem bij witte boxers, die extra bescherming nodig hebben tegen de zon (dus denk aan die zonnebrandcrème…)
Wat betreft minder ernstige kwalen maken veel baasjes zich zorgen over het gesnurk van hun hond. Zeker bij kortsnuitige honden is snurken normaal gedrag. Maar als je hond er plotseling mee begint terwijl hij dat eerst niet deed, of dit gepaard gaat met veel gesnotter of andere symptomen van allergie, gebitsproblemen of lusteloosheid en koorts, is een bezoekje aan de dierenarts wel verstandig.
Geschiedenis van de boxer
Boxers vinden hun oorsprong in het Duitsland van eind 19de eeuw. Ze werden gefokt uit een hond die bekend stond als de Bullenbeisser (‘stierenbijter’). De Bullenbeisser, een afstammeling van de mastiff, werd gekruist met de oud-Engelse bulldog met als uiteindelijk resultaat de boxer zoals we die nu kennen.
Bullenbeissers werden ingezet als vangsthonden bij de jacht op beren, wilde everzwijnen en herten. Met hun sterke kaken vingen ze de prooi en hielden die vast tot de jachtmeesters kwamen. De eerste boxers werden voor vergelijkbare doeleinden gefokt, maar dan als een kleinere en snellere variant.
Net als hun voorouder de bulldog werd de boxer helaas soms ook gebruikt als lokaas voor stieren en, toen dit verboden werd, voor hondengevechten.
Hoe kom je aan een boxer?
Een boxer is gemakkelijk te vinden, maar het is wel belangrijk dat je goed bent voorbereid. Als je een pup koopt, zul je heel wat tijd kwijt zijn met gehoorzaamheidstraining, socialisering met mensen en andere honden en het leren van belangrijke vaardigheden zoals ’s nachts doorslapen en zindelijkheid.
Op internet kun je gemakkelijk een pup of volwassen hond vinden, maar pas wel op voor puppyfabrieken en internetfraude. Er zijn genoeg manieren om een fokker met een goede reputatie te vinden, dus vraag wat rond, ga eerst op bezoek voordat je betaalt en vertrouw op je gevoel.
Boxer uit het asiel
Je kunt natuurlijk ook een boxer uit een asiel of een andere herplaatser adopteren. Anders dan een puppy is een hond uit het asiel vaak al gesteriliseerd of gecastreerd en volledig ingeënt. Vaak heeft hij al een baasje gehad, waardoor hij of zij de basiscommando’s kent en gewend is aan mensen en honden. Ook als dat niet zo is, kun je de hond nog steeds opvoeden. Neem contact op met een goede hondentrainer voor meer informatie over hoe je een hond opvoedt die niet erg gewend is aan structuur of hoe je een getraumatiseerde hond helpt zich veilig en welkom te voelen.
Fokkers van boxers
Op https://web.nederlandseboxerclub.nl/ vind je een overzicht van betrouwbare fokkers van boxers bij jou in de buurt. Vraag als je op bezoek gaat naar eventuele gezondheidsproblemen in de bloedlijn en bespreek eventuele genetische tests die je wilt laten uitvoeren.