Als baasje van een epileptische hond leer je veel: je leert wat onvoorwaardelijke liefde is, maar ook hoe belangrijk het is om waterafstotende plasmatten in huis te hebben! Maar het belangrijkste; een hond hoeft helemaal niet ‘perfect’ te zijn om voor jou de perfecte hond te zijn.
En daarnaast leer je natuurlijk ook een heleboel over epilepsie.
Epilepsie bij honden kan akelig zijn, maar het komt redelijk vaak voor, vooral bij bepaalde rassen als beagles, golden retrievers, labrador retrievers en Shetland sheepdogs (shelties).
Epilepsie wordt veroorzaakt door een afwijking in de hersenen. Hoewel de ziekte dus niet te genezen is, zijn er wel verschillende manieren om de gevolgen onder controle te houden. Een betrouwbare dierenarts kan je uitleggen welke mogelijkheden voor behandeling er zijn, dus maak meteen een afspraak met de jouwe als je hond een aanval krijgt.
Als je op dit moment een epileptische hond in huis hebt, vind je hieronder wat tips om hiermee om te gaan. Hopelijk heb je er wat aan!
1. Laat je niet weerhouden om leuke dingen te doen met je pup!
Epilepsie is inderdaad akelig om te zien, maar het betekent niet dat je hond niets meer kan. Ook met een diagnose van epilepsie kan je hond nog steeds een gelukkig, gezond en prachtig leven leiden.
Je kunt gewoon kamperen, zwemmen, trektochten maken en knuffelen met je epileptische maatje. Al die dingen die jullie altijd zo leuk vonden kun je gewoon blijven doen en waarschijnlijk zul je het nu nog meer waarderen als het goed gaat.
2. Wees voorbereid
Je weet nooit wanneer er een aanval komt, dus het is belangrijk altijd goed voorbereid te zijn. Dat betekent dat je nooit zonder medicijnen de deur uitgaat en dat je hond altijd een hondenpenning draagt voor het geval hij of zij wegloopt.
Ook is het verstandig vast een plan klaar te hebben. Weet wat je moet doen als je hoort of ziet dat jouw hond een aanval krijgt, leg handdoeken klaar om hem of haar mee te kalmeren, en zorg dat je hem of haar op een veilige plek kunt neerleggen.
Maak dus je eigen plan, afhankelijk van wat jouw hond nodig heeft.
3. Richt je huis in op een epileptische aanval
Doe net alsof je hond een baby is die net begint te lopen. Zijn er scherpe randjes? Bedek die dan. Breekbare spullen op de rand van de vensterbank of boekenplank? Zet ze weg.
Je hond kan daar namelijk tegenaan vallen als hij of zij een aanval heeft, en voorkomen is beter dan genezen. En hoewel het in theorie niet is te voorspellen wanneer de aanval optreedt, zit er vaak wel een bepaald patroon in.
Sommige honden krijgen hun aanvallen meestal in de vroege ochtenduren. In dat geval kun je bijvoorbeeld bepalen dat jouw hond niet meer bij jullie op bed mag slapen, om het risico te verkleinen dat hij of zij eraf rolt tijdens een aanval in de ochtend. Maak als alternatief een comfortabel, veilig plekje in de slaapkamer met een zacht, waterafstotend dekentje om op te liggen (vanwege het plassen).
4. Lees alles over de medicijnen die je hond moet nemen
De meeste medicijnen zijn supereffectief, maar vaak zijn er bepaalde bijwerkingen of in sommige gevallen andere problemen.
Zorg dat je hiervan op de hoogte bent, win informatie in en overleg altijd met je dierenarts als je je zorgen maakt over de behandeling van je hond. Vergeet niet om vragen te stellen: vragen, vragen en nog meer vragen.
Onthoud dat jij het beste maatje van je hond bent en de enige die hem of haar kan verdedigen. Jij moet ervoor zorgen dat de epilepsie zo goed mogelijk wordt behandeld.
5. Zorg dat iedereen om je heen op de hoogte is
Daarbij bedoelen we je hondenoppas, je familie en vrienden die een middagje komen barbecueën, je vrienden in het hondenpark, enz. Hoe meer steun je krijgt, hoe beter en zo hoef je je ook geen zorgen te maken dat mensen zich doodschrikken als ze zien dat je hond een aanval heeft.
6. Schrijf alles op
Dit hoort eigenlijk bij de vorige tip. Het is belangrijk om aantekeningen te maken en alle informatie over de aandoening van je hond bij de hand te hebben, naast tips over hoe daarmee om te gaan.
Dat is vooral belangrijk voor eventuele oppassers, uitlaters of andere mensen die wel eens alleen zijn met je hond. Je raakt minder snel in paniek bij een aanval als er duidelijke instructies zijn over wat je moet doen om de hond te helpen.
7. Blijf ademhalen en wees niet te streng
Natuurlijk is het soms niet makkelijk om te leven met een epileptische hond. Maar het hoort bij het leven, en je houdt zielsveel van hem of haar. Natuurlijk is het frustrerend als je hond tijdens een aanval op je nieuwe tapijt plast, of helemaal schrikachtig wordt van de medicijnen, maar het blijft je beste maatje.
Dus geef hem of haar een snack, een flinke knuffel en je onvoorwaardelijke liefde, want echt, het is het waard.